“In München staat de burgemeester met een pot bier bij de boringen”
Wat kunnen we leren van succesvolle projecten in het buitenland? In elk geval dat het staat of valt met een positieve blik van bestuurders.
Jules Verne wist het nog niet toen hij professor Lidenbrock en zijn neef Axel in 1864 naar het middelpunt van de aarde liet reizen: het is daar warm, heel warm. Bij iedere kilometer die je afdaalt, stijgt de temperatuur met 30 °C. De geologen van onze tijd weten dat wel én zien de kansen. Zoals Marit Brommer, directeur van de International Geothermal Association, de wereldwijde organisatie die gelooft in aardwarmte voor een schone toekomst.
Marit Brommer, Directeur International Geothermal Association: “Ik snap dat je nerveus wordt als er een boorput in je achtertuin staat. En toch hou ik vast aan het idee dat schone warmte kan worden geleverd door een bron die buitengewoon veilig is. Aardwarmte in Nederland is kansrijk. Dat komt door onze prachtige ondergrond en heel veel data die we hebben. Er zijn al meer dan 20 plaatsen waar aardwarmte wordt gewonnen. Sterke bestuurders kunnen dat verder brengen, zeker als die zich laten inspireren door succesvolle projecten in het buitenland.”
Mondige Fransen
Parijs loopt in 1977 voorop met verwarming door aardwarmte in het Centre Pompidou. “Een prachtig voorbeeld, net als de Bundestag in Berlijn”, vervolgt Marit. “Maar dan heb je het over zelfstandige gebouwen. De stap die we willen zetten, is het verwarmen van woonwijken. Er wordt nu geboord in de agglomeratie Vallée de la Marne, waar het project Geomarne straks goed is voor 10.000 woonequivalenten in de gemeenten Noisiel en Champs-sur-Marne.” Het Franse water wordt op 1.900 meter diepte bij 70 °C uit de grond gehaald. Vervolgens bereikt de warmte via een energienetwerk van 19 kilometer de woningen. “De ondergrond, maar ook de ambitie is vergelijkbaar met die van Nederlandse steden: hoe bedien je consumenten met schone warmte in plaats van met fossiele brandstof? Inderdaad, een paar maanden per jaar zie je een boorput in de wijk. Maar als Parijs het aankan, met die mondige Fransen, dan kunnen wij dat ook!”
100.000 woningen in Aarhus
Ook duurzaamheidspionier Denemarken zet hoog in op een klimaatneutraal 2030 met warmte als belangrijke speler. “Ze hebben daar energienetwerken in stedelijke gebieden, die worden gevoed door restwarmte, biomassa en zonnecollectoren. Tegelijk zag de overheid dat aardwarmte door de geologische condities een buitengewoon goede aanvulling kan zijn. Kopenhagen zit nog in de onderzoeksfase, maar in Aarhus zijn ze nu bijna klaar voor 100.000 woningen.”
Bijstellen naar 2025
München heeft als strategie om in 2030 voor 80% klimaatneutraal te zijn. Door de succesvolle uitrol van aardwarmte stelt het stadsbestuur de ambitie zelfs bij naar 2025. “Twintig jaar geleden zijn proefboringen gedaan om te kijken of aardwarmte een haalbare kaart is, ook in het licht van de noodzakelijke investeringen. Die boringen waren zo goed qua temperatuur en doorstroming in de putten, dat publiek-private samenwerkingen besloten om warmtenetwerken uit te rollen.”
Marit ervaart dat veel mensen denken dat aardwarmte alleen maar op IJsland mogelijk is. “Als je daar 1 kilometer boort, dan komt de stoom inderdaad het veld uit. Maar daar zit je boven op een vulkaan van 500 °C. Dat is natuurlijk totaal niet vergelijkbaar met Nederland en onze buurlanden. De reden waarom wij kunnen leren van Parijs, Aarhus en München, is dat ze allemaal een ondergrond hebben die min of meer vergelijkbaar is met die van Nederland.”
Dragen, uitstralen en ervoor gaan
Wat wij van hen kunnen leren? “Ten eerste vraagt dit een goede samenwerking en fantastische communicatie. In het hele ecosysteem wil je dat de neuzen dezelfde kant op wijzen en dat de politiek het draagt. Dragen, uitstralen en ervoor gaan. Als je als politiek niet laat zien en weten dat je er volkomen achter staat, is aardwarmte best lastig. Je hebt te maken met geluid, de ondergrond, gaat de aarde beven, wat gaat er met mijn huis gebeuren? Voor mensen is dit best spannend.”
Publiek-private samenwerking
Het tweede dat Nederland van de geslaagde buitenlandse voorbeelden kan leren, is de organisatie. “Hoe ziet de publiek-private samenwerking eruit tussen enerzijds de bedrijven die het warmteproject uitvoeren en de ondergrondrisico’s dragen, en anderzijds degenen die het uitrollen en de infrastructuur aanleggen om de warmte aan de burger te leveren? De politiek moet die businesscase goed organiseren, zodat zij daarop kan sturen met financiële mechanismen.”
Die financiële mechanismen zijn de derde les. “In 2020 kenden we al de stimuleringsregeling SDE++. Je kunt ook denken aan een gegarandeerde prijs, belastingverlaging of CO2-belasting. Als gemeente of regio draai je aan de knoppen die belangrijk zijn om aardwarmte te ontwikkelen. Want in eerste instantie is het best spannend of het lukt en of je draagvlak hebt in de wijk. Zo neem je deels het risico weg van degenen die het willen ontwikkelen.”
Een blijvertje
Drie lessen dus. Maar het allerbelangrijkst is positiviteit. “In München staat de burgemeester bij wijze van spreken iedere dag met een pot bier bij de boringen”, lacht Marit. “Want zo moet je het wel doen. Projecten slagen, omdat mensen enthousiast zijn en blijven. Als aardwarmte niet kansrijk is, zou het never nooit wereldwijd slagen. De bron is misschien moeilijk te ontwikkelen, maar als hij er eenmaal is, is het een blijvertje. 24 hours, always on, and strong.”